Vrijheid van meningsuiting
Elke persoon mag zijn mening geven over om het even welk onderwerp, zoals staat beschreven in alle westerse grondwetten. Geen enkele situatie en geen enkel persoon of regering mag deze vrijheid van meningsuiting in de weg staan. Democratie ontstaat vanuit de dialoog. De grens van deze vrijheid ligt, zoals beschreven in vele grondwetten, bij geweld of het dreigen met geweld.
Regeldrang inzake menselijke communicatie als gevolg van bepaalde angsten en nieuwe morele inzichten, hollen de vrijheid van meningsuiting uit, waarmee de weg vrijgeven wordt voor ontmenselijking.
Het natuurhumanisme stimuleert het in gesprek gaan met je tegenpool. Juist ook in deze gesprekken ontstaan belangrijke en vernieuwende inzichten die de maatschappij ten goede komen.
Het debat moet altijd mogelijk zijn. Verschillen tussen politieke, medische en andere overtuigingen moeten leiden tot debat, eerder dan het uit de weg gaan van het debat. Debat, zeker het debat ter voorbereiding van een beslissing in een gemeenschap, leidt tot meer kennis, betrokkenheid en dus betere beslissingen. Democratie begint klein.
De journalistiek heeft een belangrijke rol, ook in het creëren en toelaten van discussies. Publieke omroepen en andere publieke media hebben de morele plicht om debatten te faciliteren. Het weren van ideeën uit dit publieke debat staat haaks op deze plicht. Ook het weren van ideeën in naam van de wetenschap is problematisch (scientia locuta, causa finita, de wetenschap heeft gesproken, de zaak is afgedaan). Correct is het om juist de confrontatie aan te gaan, daarbij rekening houdend met de nood om ook het wetenschappelijk onderzoek zelf met zijn inherente problemen (generalisatieprobleem, operationalisatie-probleem en causaliteitsprobleem) permanent te checken.