Ik had deze week enkele gesprekken die mij stof gegeven hebben om over te denken. De insteek van de gesprekken was het zoeken naar mogelijkheden om mijn yogaschool op te bouwen want door de turbulenties van de voorbije jaren gaan de zaken minder goed. Het waren van mijn kant uit eerste verkennende gesprekken over nieuwe mogelijkheden om les te geven, voordrachten,… Enkele van de gesprekken liepen op het einde wat stroef. Ik bleef achter met een gevoel van onbehagen en verwarring en ik vermoed dat dit bij de andere partijen ook zo was. Om eerlijk te zijn moet ik de hand ook in eigen boezem steken, ik had de gesprekken beter moeten voorbereiden.

Er is dus nood aan meer lessen, cursussen,… en er moet daarvoor een publiek aangetrokken worden. Nu kan je dit vanuit twee kanten benaderen, respectievelijk kunnen we het geld centraal plaatsen of kan de inhoud van wat ik breng centraal staan, het geld is dan het resultaat van mijn inhoudelijke activiteit. Vertrekken we van het geld om de yogaschool op te bouwen, dan is het gevaar niet denkbeeldig dat dit ten koste van de inhoud gaat. Inderdaad merkte ik na de gesprekken op dat de inhoud van mijn werk op de tweede plaats kwam te staan. De mens met (veel) geld, sociale status en materiële zekerheden stonden centraal. Het werd mij duidelijk, dat ik aan deze criteria niet voldoe want ik ben niet rijk noch bezit ik een sociale status en materiële zekerheden heb ik niet. Na de gesprekken gaf mij dit het onbehaaglijk gevoel dat ik als mens niet geslaagd ben en er als lesgever nog niet veel van gebakken heb. Ik sta na al deze jaren dus als mens en lesgever nog nergens. Met dat gevoel bleef ik achter. We kunnen deze zienswijze benoemen met de ‘oude cultuur’.

Aan de andere kant verlangen velen hartstochtelijk naar een ‘nieuwe cultuur’ want ze bemerken (on)bewust dat deze ‘oude cultuur’ niet meer opgaat. Maar men komt nog niet werkelijk tot een nieuwe maatschappelijke verschuiving of tot een ‘nieuwe cultuur’. Het blijft allemaal nog meer in het uiterlijke hangen en men raakt nog niet de ziel van de mens van waaruit dan de zo gewenste nieuwe maatschappij als een feniks uit haar as kan opstaan.  

Misschien moeten we eerst eens kijken wat een mens is? Naast zijn fysieke verschijning met zijn uiterlijk succes, de uiterlijke zekerheden en het geld hebben we het innerlijke. Dit innerlijke kunnen we met ziel en geest definiëren, met als geest het ik of de concrete gedachte. Het zielenleven kunnen we algemeen omschrijven met de inhoud die een mens in zich verworven heeft. Hij heeft een innerlijke kwaliteit of meerdere kwaliteiten ontwikkeld: beslissingskracht, denkkracht, doorzetting, doelgerichtheid, innerlijke rust, oude gewoontes kunnen loslaten, openheid in het bewustzijn en concentratievermogen. Deze kwaliteiten kan een mens zich verwerven. Dit innerlijke ontstaat o.a. vanuit studie, gesprekken, ervaringen die het leven te bieden heeft en niet te vergeten door moeizame uiteenzettingen van concrete spirituele inhouden. Hieruit ontstaan inzichten, fijnere gewaarwordingen, een empathisch vermogen of de mogelijkheid om edelere handelingen te ontwikkelen. Dit zijn meer fijnere kwaliteiten die het zielenleven levendig verrijken. Dit alles staat en dat is belangrijk om te begrijpen volledig los van uiterlijk succes. Iemand bezit pedagogische vaardigheden, kan kunstzinnige bewegingen of edele kunstwerken vormen, iemand anders heeft diepere inzichten en bezit de kwaliteit om dit neer te pennen, weer iemand anders bezit retorische vaardigheden om mensen met psychische problemen te ondersteunen of iemand kan via de architectuur mooie vormen uittekenen waardoor de bewoners zich verbonden voelen met de materie,… Dit zijn allemaal innerlijke kwaliteiten die losstaan van de uiterlijke kwaliteiten maar die de mens tot mens maken en die na de dood verder leven. Iemand heeft deze kwaliteiten verworven vanuit een actief bewustzijnsleven, vanuit inzichten die de barrière van het uiterlijke overschrijden. Uiterlijk succes, rijkdom, sociale status zijn inhoudsloos en verdwijnen na de dood.

De gedachte dat men eerst zijn schaapjes op het droge, een sociale status moet hebben om dan aan een zingeving te  kunnen doen of pas dan een betekenis aan je leven te kunnen geven klopt niet. Het is net deze zienswijze die er ons toe gebracht heeft dat we in de situatie zitten waar we nu met z’n allen inzitten. Indien meer mensen zingeving aan hun bestaan kunnen geven – los van de uiterlijke rijkdom, sociale status en succes die ze al dan niet hebben – of als ze ergens bemerken dat ze een opgave hebben, dat het leven met zijn portie lijden zin heeft, dan zou ons dat veel ellende besparen. Het vinden van een zin heeft verreikende gevolgen want dit werkt bevorderlijk op onze medemensen. Pas dan overwinnen we de innerlijke leegte en de depressie en vullen we niet alleen onszelf maar ook de maatschappij met nieuwe kwaliteiten wat dan ook in de economie door kwaliteitsvolle producten tot uitdrukking zal komen. We vormen op die manier een nieuwe cultuur.

Geld is nooit echt mijn eerste en belangrijkste drijfveer in mijn leven geweest. Natuurlijk wil ik geld verdienen, zeker nu het hier met de yogaschool minder gaat, wie wil er nu geen geld hebben. Maar dit mag niet ten koste van de inhoud gaan want ik wil vooral dat deze inhoud – hoe je vanuit een bewuste waarneming en vanuit een zelfstandig gedacht idee – tot meer stabiliteit in de gevoelens leidt. Samengevat komt mijn levensmissie hier op neer: hoe kan je een idee d.m.v. een heldere waarneming in een yogaoefening tot uitdrukking brengen zodat dit het gevoelsleven versterkt.

Ik heb inderdaad (tot heden…) niet veel geld verdiend, maar ik heb wel veel mensen geholpen en wat mij betreft lag en ligt daar de echte rijkdom. De inhoud die iemand in zijn bewustzijn ontwikkelt en met anderen kan delen vind ik belangrijk. In mijn geval bevat de inhoud hoe je in een yogaoefening een specifiek idee tot uitdrukking kan brengen. Deze ‘kunde’ verrijkt de ziel, dit biedt stabiliteit in het gevoelsleven en zorgt voor een innerlijke rijkdom. Op deze manier bouwt men zich geen schat op aarde waar motten en dieven ze kunnen stelen. Neen, men bouwt een innerlijke schat, een innerlijke rijkdom. Niet zelden wordt deze rijkdom niet gezien en worden diegenen die deze rijkdom in zich dragen aan de kant geschoven.

Wat ik dikwijls in ‘nieuwe bewegingen’ bemerk is dat men wel ziet waar het verkeerd loopt. Velen zien hoe de oude cultuur voor onze ogen in elkaar zakt. Maar allicht zal het resterend nog rechtstaand zootje volledig instorten en met een grote plof op de grond terechtkomen. We moeten leren begrijpen dat als we elkaar niet van mens tot mens benaderen, als we elkaar niet vanuit de kwaliteiten benaderen die iemand nog verder kan ontwikkelen, we op dat moment nog met haken en ogen aan het oude verhaal blijven vastzitten en we zo meewerken aan het oude. Als we echter werkelijk naar elkaar toestappen, vanuit een waarneming en een interesse voor de ander, dan beginnen we inhoudelijk actief te zijn en werken we mee aan de opbouw van een ‘nieuwe cultuur’. We ontwikkelen nieuwe, kwalitatieve, substantiële en fijnere gevoelens die over de eigen grenzen heen werkzaam worden. Ik begrijp heel goed dat wat ik hier neerpen niet eenvoudig te vatten is. Maar denk eens na, als iemand je werkelijk bekijkt en in jou geïnteresseerd is, dan voel je je beter. Blijft het bij een uiterlijke interesse omdat je rijk bent, sociaal aanzien hebt, dan werkt dit niet opbouwend.

Voor alle duidelijk is dit hier helemaal geen pleidooi tegen rijkdom of tegen (veel) geld verdienen. Dat kan wat mij betreft gerust, ik wens gewoon het uiterlijke tegenover het innerlijke te plaatsen. Je mag gerust veel geld verdienen met een product, dat is niet verkeerd maar je verkoopt uiteindelijk geen product om het te verkopen, je verkoopt het om mensen te ondersteunen.

Philippe Gits, yogadocent

Foto door freestocks op Unsplash

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *